Kolen maken een noodzakelijke comeback in Europa?

 

„We hebben deze kolen niet nodig voor onze energievoorziening. Duitsland [...] laat niet alleen de klimaatbeweging in de steek, maar iedereen.”

Luisa Neubauer, een van Duitslands prominentste klimaatactivisten, oordeelt hard over de deal die de Duitse autoriteiten eind vorig jaar hebben gesloten met energiebedrijf RWE. Onder die deal belooft RWE dat het zijn kolencentrales acht jaar eerder sluit dan gepland: uiterlijk 2030 in plaats van 2038. Maar in ruil krijgt het bedrijf wel definitief groen licht om vanaf februari een omstreden bruinkoolmijn in Noordrijn-Westfalen aanzienlijk uit te breiden. Bruinkool is een van de meest vervuilende energiebronnen en de winning ervan gaat gepaard met grootschalige verwoesting van het landschap.

De extra kolenwinning nu is zuur, erkende Berlijn, maar zou noodzakelijk zijn zodat komende jaren geen energietekorten ontstaan – iets wat hoog op de agenda van Duitsland staat sinds ex-hofleverancier Rusland niet meer levert. En op termijn zou het klimaat beter af zijn, omdat de kolencentrales vroeger dicht gaan. Andere mijnuitbreidingsplannen gaan daarnaast ook niet meer door.

Het was deze deal die ertoe leidde dat het Duitse gehucht Lützerath deze week wereldnieuws werd. Honderden politieagenten begonnen woensdag met de tumultueuze ontruiming van het dorpje, dat moet wijken voor de uitbreiding van de mijn. Vrijwel alle bewoners hadden het dorpje al verlaten, met hulp van vertrekpremies van RWE. Maar activisten hadden zich daar verschanst omdat ze tegen de kolenwinning zijn. Het verbranden van kolen leidt tot hoge uitstoot van CO2 (en andere schadelijke stoffen) en het klimaat warmt op door teveel broeikasgassen in de atmosfeer. De activisten geloven bovendien geen snars van wat de regering – waar nota bene de Groenen aan deelnemen – zegt.

Op sociale media stelde Neubauer, zelf lid van de Groenen, dat wetenschappelijk onderzoek uitwijst dat er „nauwelijks minder” CO2 zal worden uitgestoten door RWE, ondanks de eerdere sluiting van de centrales. Het bedrijf gaat „gewoon méér uitstoten in minder tijd”. Andere studies tonen aan dat de extra kolen niet nodig zijn voor de energiezekerheid, zei ze.

De Duitse overheid had zich, kortom, in de luren laten leggen. De klimaatdoelstellingen zouden nu wederom moeilijker te realiseren zijn. „RWE is de enige winnaar hier. Het bedrijf gaat miljarden extra verdienen door nog meer kolen te verbranden, en krijgt ook nog eens 2,8 miljard compensatie voor het sluiten van die centrales.”

Europese noodmaatregelen

Terecht of niet, de Duitse regering is verre van de enige die zegt te moeten teruggrijpen naar kolen door de energiecrisis. Onder andere Frankrijk, Spanje, Oostenrijk, Italië, Denemarken en Finland deden dat ook. Kolencentrales die op het punt stonden uitgezet te worden, kregen uitstel. Centrales die al gesloten waren, werden weer opgestart of verzocht om ‘stand-by’ te gaan staan, voor noodgevallen. In het Verenigd Koninkrijk, eens een trotse kolennatie, gaf de regering voor het eerst in dertig jaar zelfs weer een vergunning af voor de aanleg van een nieuwe kolenmijn – ter grootte van zestig voetbalvelden.

Ook Nederland trof noodmaatregelen. Minister Rob Jetten (Energie en Klimaat, D66) trok een wet die pas net een half jaar van kracht was, en die kolencentrales verplicht hun stroomproductie te beperken tot maximaal 35 procent, vorige zomer weer schielijk in. Een „lastig besluit” noemde hij dat, ook omdat de productielimiet een essentieel onderdeel was van het pakket maatregelen van het kabinet om te voldoen aan het Urgenda-vonnis. Jetten is zelf een tegenstander van kolenenergie.

Nergens ging men echter zo ver als in Duitsland. In Europa’s grootste economie werd, behalve tot uitbreiding van de bruinkoolmijn bij Lützerath, ook besloten om tot 10 gigawatt aan ‘noodcapaciteit’ in te zetten: kolencentrales die al gesloten waren mochten opnieuw aangezet worden en centrales die eigenlijk hadden moeten sluiten, mochten langer openblijven. De deadline voor deze centrales is nu maart 2024. Samen hebben de kolencentrales genoeg productievermogen om vijf miljoen Duitsers stroom te leveren. Een grote ingreep, dus.

Maar Duitsland was voor zijn energiecrisis dan ook als geen ander afhankelijk van Russisch gas. En het moest Frankrijk bovendien deze zomer ook uit de brand helpen met stroomleveranties, omdat daar veel kerncentrales door gebrekkig onderhoud stil waren komen te liggen.

Grote impact

De ingrijpende maatregelen tekenen de impact van de Russische energieoorlog op de Europese energietransitie. Juist de laatste jaren werden kolen door steeds meer Europese landen in de ban gedaan. Zelfs de meest fanatieke voorstanders, zoals Polen, hebben zich gecommitteerd aan een verbod (al verschillen de termijnen waarop dat moet gebeuren sterk). Het leidde ertoe dat het kolenverbruik in Europa tot voor kort juist steeds sneller aan het dalen was.

Maar nu maken de kolen een comeback. En die is niet gering. Het Noorse onderzoeksbureau Rystad schetste onlangs de magnitude: het rekende uit dat alle EU-landen in 2022 samen 12 procent meer steenkool zijn gaan gebruiken voor de productie van elektriciteit dan het jaar daarvoor. In Duitsland steeg de consumptie nog harder: met 21 procent, zo blijkt uit cijfers van het Arbeitsgemeinschaft Energiebilanzen, een in Berlijn gevestigd statistiekbureau dat gespecialiseerd is in energie.

In Nederland is het beeld over het hele jaar nog niet duidelijk, maar het ligt op koers voor een stijging ten opzichte van 2021, valt op te maken uit cijfers van het CBS. Het kolenverbruik steeg vooral in het tweede kwartaal van vorig jaar hard: Nederland verbruikte toen ruim 40 procent meer kolen voor stroomproductie dan in hetzelfde kwartaal in 2021.

Mede door die „robuuste groei” van het verbruik in Europa zal de mondiale kolenconsumptie in 2022 waarschijnlijk zijn gestegen tot het „allerhoogste niveau ooit”, was een somber stemmende voorlopige schatting van het Internationaal Energieagentschap (IEA) in december. Het IEA is een non-gouvernementele organisatie die zich bezighoudt met internationale energievraagstukken. In 2022 werden wereldwijd uiteindelijk meer dan acht miljard ton kolen verbrand, schat het IEA: 40.000 vrachtschepen vol.

Het is pijnlijk voor een continent dat juist een voorbeeld wilde zijn voor de rest van de wereld. Op een van de weinige plekken waar kolen uit de gratie raakten, Europa, keerde de trend om. In China en India is al helemaal geen sprake van een ‘kolenexit’. Sterker, die landen bouwen juist in hoog tempo nieuwe kolencentrales – ook in andere landen die dat willen.

Profiteurs

Het IEA benadrukt in zijn rapport dat het wereldwijde kolenverbruik relatief gezien ‘slechts’ marginaal toeneemt, met 1,2 procent ten opzichte van 2021. Maar dat neemt niet weg dat er een hoop extra uitstoot met die toename is gemoeid. In december was de Duitse elektriciteitsproductie op bepaalde momenten net zo vervuilend als die in Zuid-Afrika en India, blijkt uit gegevens van Electricity Maps, een website die zulke gegevens bijhoudt. In Nederland leidt de intrekking van de productiebeperking tot eind 2024 tot extra uitstoot van 10 megaton CO2, verwacht Jetten. Dat is ongeveer 6 procent van de totale uitstoot in 2021.

Kolenbedrijven – die toch al onder een maatschappelijk vergrootglas liggen, omdat ze vasthouden aan ‘fossiel’ – profiteren. De kolenprijzen zijn door het hamsteren van Europese landen vorig jaar de lucht in schoot geschoten en bereikten recordhoogtes van meer dan 400 dollar per ton. Begin 2021 lag die prijs nog op 70 dollar. Inmiddels is de prijs weer gezakt tot onder de 200 dollar. Dankzij die bonanza boekte het in Zwitserland gevestigde Glencore, een van de weinige grote westerse bedrijven die nog op grote schaal steenkolen delft, in de eerste helft van 2022 een winst van 18,9 miljard dollar (17,6 miljard euro). Bijna net zoveel als in heel 2021. Kolen beleefden „een dagje in de zon”, zei de financieel directeur met gevoel voor understatement destijds. RWE, dat door klimaatactivisten in Duitsland de „kolenmaffia” werd genoemd, verdiende vorig jaar „miljarden” zegt een woordvoerder. „Daar doen we niet geheimzinnig over.”

Vraag het Guillaume Perret, director en oprichter van energieconsultant Perret Associates, en hij zegt dat het wachten was op deze situatie. Zijn adviesbureau is gespecialiseerd in onder meer de kolenmarkt en ruim twintig jaar geleden richtte hij de kolenhandelsdesk van RWE in Londen op. „Dit is niet alleen het gevolg van de Russische invasie van Oekraïne”, benadrukt hij. „De energieproblemen begonnen al vóór de Russische invasie, in 2021.”

In dat jaar was het relatief windstil, waardoor windmolens onvoldoende stroom opwekten. Toen moesten landen ook teruggrijpen naar kolen, zegt hij. Perret noemt het de zwakke plek van de Europese energietransitie: sommige landen deden volgens hem fossiele (en nucleaire) energie te snel in de ban, terwijl hernieuwbare energiebronnen nog onvoldoende ontwikkeld waren om de energievoorziening volledig over te nemen. Daardoor zijn de problemen nu erger dan ze zouden hoeven zijn, stelt hij.

Het probleem van wind- en zonneparken, aldus Perret, is hun „veel lagere efficiëntie”. De zon schijnt niet altijd en het waait niet altijd. „Daarom heb je, zolang we nog onvoldoende opslagmogelijkheden hebben, voor hetzelfde productievermogen veel meer hernieuwbare energiebronnen nodig. Om dezelfde hoeveelheid elektriciteit op te wekken die wordt geproduceerd met 1 gigawatt capaciteit aan kolencentrales, heb je 1,6 gigawatt aan windcapaciteit en 3,3 gigawatt aan zonnecapaciteit nodig.” Maar dat werd niet gebouwd, dat kost bakken vol geld. De sommetjes waren er wel, je kon dit zien aankomen. De vraag is of politici de cijfers niet hebben gezien of niet wilden zien.”

Onzekere toekomst

Vriend én vijand denken tegelijk dat de terugkeer van kolen in Europa niet permanent is. Alle regeringen die kolencentrales weer hebben geopend, of de productie opschroeven, zeggen er nadrukkelijk bij dat het om „tijdelijke” uitzonderingen gaat, en hebben daar concrete termijnen aan verbonden. Aan de ‘fundamentele’ deadlines, het moment waarop definitief afscheid wordt genomen van kolen, wordt ook niet getornd. In Nederland blijft dat 2030, zei Jetten.

Maar de gedachten over wanneer dan precies het kolenverbruik weer gaat dalen, lopen behoorlijk uiteen. Het IEA houdt het op „vanaf” 2024, ongeveer gelijktijdig met het moment waarop veel crisismaatregelen officieel moeten aflopen. Maar het zou ook later kunnen worden, denken andere experts. Onder andere vanwege de aanhoudende onzekerheid over het verloop van de energieoorlog. Die zou nog jaren kunnen duren en er zijn zorgen dat Rusland ook de laatste, voor sommige landen belangrijke, gasstromen gaat afknijpen.

Als het conflict nog verder escaleert, zou Rusland ook vitale energie-infrastructuur in Europa kunnen saboteren, vrezen sommige landen. De aanslag op de Nord Stream-pijpleiding vorig jaar heeft laten zien hoe kwetsbaar deze infrastructuur is. Zulke acties zouden ertoe kunnen leiden dat de ‘noodcentrales’ toch langer moeten blijven draaien. Ondanks positieve ontwikkelingen die de energiesituatie komend jaar minder nijpend moeten maken: veel Franse kerncentrales gaan nu bijvoorbeeld weer aan.

Ook de latere deadlines, wanneer de laatste centrales dicht moeten, moeten eerst maar eens gehaald worden. ‘Harde’ afspraken die ver in de toekomst liggen, blijken wel vaker rekkelijk als het moment daadwerkelijk aangebroken is en de politieke realiteit weer anders. Dat gebeurde ook bij de eerder gemaakte internationale klimaatafspraken om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden. Die zijn recentelijk niet meer dan een „streven” geworden.

Sommige landen werpen nu al een schaduw over hun eigen exit-plannen: de nieuw te bouwen Britse kolenmijn heeft een beoogde levensduur van vijftig jaar, blijkt uit gelekte plannen. Daarin staat trouwens ook dat 80 procent van de gewonnen kolen straks voor export naar de EU bedoeld is. In Nederland waarschuwde netbeheerder Tennet deze week nog voor mogelijk stroomtekorten vanaf 2030, mede omdat kolencentrales van het net worden gehaald maar zon- en windenergie tegelijk wispelturig is.

Stimulans

Veel zal afhangen van hoe snel en rimpelloos de uitbreiding van de hernieuwbare energiebronnen uiteindelijk zal verlopen. Sarah Brown, een energie-expert van de Britse denktank Ember Climate, denkt zelf dat de crisis dit proces juist een enorme stimulans geeft. „Het is glashelder geworden dat fossiele energie ons geen zekerheid geeft. Het is vooral jammer dat we niet eerder met de transitie zijn begonnen.”

Tegelijkertijd erkent ze dat het een ingewikkeld traject is. En ze is ook niet blij met politieke keuzes die in alle commotie nu ook worden gemaakt. Verschillende landen hebben bijvoorbeeld aangekondigd nieuwe installaties te gaan bouwen die vloeibaar gas (lng) kunnen verwerken, zodat alternatief gas uit bijvoorbeeld Qatar kan worden gekocht.

„Zo committeer je jezelf weer voor lange tijd aan fossiele energie”, zegt Brown. „Gelukkig zien we nu ook dat sommige landen die stappen weer lijken te heroverwegen, omdat het toch niet nodig zou zijn. Dat lijkt me verstandig.”

Analist Perret is minder zeker. „De energietransitie vergt een gigantische investering en overheden hebben net miljarden uitgegeven aan het verlagen van de energierekeningen van burgers.” Hij denkt dat de huidige gebeurtenissen pas het topje van de ijsberg zijn, en dat er nog veel meer pijnlijke keuzes aankomen voor politici. „De hoge energieprijzen waar Europa mee worstelt, hebben grote economische gevolgen. Bedrijven lijden eronder, en niet alleen de zware industrie zoals staalfabrieken. In Frankrijk heeft recent nog een voedselproducent tijdelijk zijn productie moeten staken.”

De dilemma’s waar beleidsmakers voor komen te staan, denkt hij, is of ze dat moeten laten gebeuren of dat ze toch langer vasthouden aan vervuilende maar stabiele brandstoffen.

In China en India zijn ze in elk geval nog niet klaar met kolen. „Die zien ons nu worstelen en denken waarschijnlijk alleen nog maar meer: dat voorbeeld gaan we niet volgen”, zegt Perret. Het IEA schat dat zelfs als het verbruik in Europa over een tijdje weer gaat dalen, die daling weer gecompenseerd wordt door het groeiende verbruik van China en India. Daardoor zal de wereldwijde kolenconsumptie hooguit stabiliseren op een nog altijd hoog niveau.

„Kolen zijn koppig”, vatte een IEA-functionaris samen.