Dramatische cijfers: commercieel vastgoed raakt uit de gratie

Investeerders zijn amper nog geïnteresseerd in commercieel vastgoed. In het laatste kwartaal van 2022 werd er 44 procent minder geïnvesteerd in vastgoed zoals winkelruimtes en kantoorpanden dan in dezelfde periode in 2021. Dat blijkt uit cijfers van vastgoedadviseur CBRE.

In totaal werd er in het vierde kwartaal van 2022 nog maar 4,2 miljard euro geïnvesteerd door beleggers in het commerciële vastgoed. Zo laag waren de investeringen niet meer sinds het einde van de kredietcrisis in 2014. Over heel 2022 namen de investeringen met bijna vijf procent af ten opzichte van 2021 en kwamen uit op ruim 16 miljard euro.

Lees ook | Hoge rente bedreigt woningbouw: 'Miljard euro minder geïnvesteerd'

 

Daar bovenop komt ook nog eens dat taxateurs het commerciële vastgoed flink afwaarderen. Uit een rondgang van het FD blijkt dat taxateurs woningen, logistieke hallen en kantoren op locaties zoals de Zuidas soms wel met tientallen procenten moesten afwaarderen.

Hoge rente

Directeur capital markets Erik Langens van CBRE wijt de oorzaak van de verminderde interesse aan de renteverhoging door de centrale banken. 'Indirect heeft het ook te maken met alles wat er om ons heen gebeurt, maar dat heeft weer impact op de rente. Dat zie je nu terug in de waarderingen van vastgoed.'

Lees ook | Duitse vastgoedmarkt krijgt flinke klap, Nederland volgt mogelijk

De ongekend snelle stijging van de rente heeft 'onzekerheid' veroorzaakt bij beleggers, meent Langens. 'Die onzekerheid maakt dat beleggers even pas op de plaats houden. Dat zie je nu dus in de cijfers terug.' De directeur benadrukt dat de daling van 44 procent een 'afslag is die we niet eerder hebben gezien'.

Strenge regelgeving van Hugo de Jonge

Ook de strengere regelgeving van minister Hugo de Jonge werkt niet in het voordeel van vastgoedbeleggers. 'De regulering van de huren drukt de inkomsten van beleggers. Daardoor is de business case om een ontwikkeling vlot te trekken, lastiger geworden. Je ziet echt nog wel ontwikkelingen gebeuren, maar heel beperkt. En minder dan nodig is om de volumes te halen die Hugo de Jonge zou willen.'